In deze paragraaf zullen we leren wat de makkelijkste manier is om de enorme versterking te verkleinen. Eerst kijken we naar een niet-inverterende versterker:
R1 en R2 vormen samen een spanningsdeler: Un=UOUT∙R1/(R1+R2), dus
Omdat A bijna oneindig is, is term UOUT verwaarloosbaar, dus
En wat was ook alweer de eerste vergelijking in deze paragraaf? Un=UOUT∙R1/(R1+R2).
Dit is gelijk aan: UOUT=Un∙(R1+R2)/R1. En we hebben zojuist bewezen dat UOUT=UIN∙(R1+R2)/R1. Dit betekent dat UIN=Un, en omdat UIN=Up, moet Up gelijk zijn aan Un!
Dit is altijd het geval.
Als een opamp gebruikt wordt als versterker mogen we aannemen dat geldt: Up=Un
Opmerking: de versterking van een niet-inverterende versterker is altijd groter dan of gelijk aan 1.
Om een versterker te maken met een versterking kleiner dan 1 (een verzwakker), verbinden we het ingangssignaal met R1. Zo krijgen we een inverterende versterker:
Aangezien Up 0 is en Up=Un, Un=0. Dit betekent dat UOUT=UR2.
Let op het min-teken: het ingangssignaal wordt geïnverteerd.
Deze versterker wordt een verzwakker als R1>R2.